5. Peelkanalen Helenavaart en kanaal van Deurne
Hier bevindt zich een driesprong van Peelkanalen. Daar komen Helenavaart en Kanaal van Deurne samen. Dit zijn oude turfvaarten, waarover vroeger per schip de turf werd afgevoerd.
Beide kanalen speelden een belangrijke rol in de tijd van de turfwinning. Hun functie was op de eerste plaats om het veengebied te ontwateren, zodat de turf in min of meer droge toestand gestoken kon worden. Via die kanalen kon de turf dan met schepen afgevoerd worden. Die werden aanvankelijk getrokken door mensen (togers) en later door paarden of met stoomkracht.
Opmerkelijk is dat vanaf de driesprong van de kanalen (zie afbeelding) de beide kanalen in oostelijke richting over een afstand van ongeveer vier kilometer parallel aan elkaar lopen, met een tussenafstand van slechts enkele tientallen meters. De Helenavaart is tussen 1853 en 1855 gegraven door vervener Jan van de Griendt die 610 hectare veengrond van de gemeente Deurne had gekocht (voor tachtig gulden per hectare) en dit kanaal noemde naar zijn vrouw Helena. Toen de gemeente Deurne besefte dat turfwinning bijzonder lonend was, stichtte ze een eigen Veenderij en groef daarvoor van 1875 tot 1877 het Kanaal van Deurne. Aangekomen bij de Limburgse grens, wilde Deurne gebruik maken van de Helenavaart. Maar Van de Griendt weigerde dat met de woorden: ‘Als men mij vraagt om vrije doorvaart, dan vraagt men mij naar het leven.’ Deurne was toen gedwongen om tegen een hoge prijs grond te kopen van de Limburgse gemeente Meijel en een kanaal te graven parallel aan de Helenavaart. Beide kanalen lopen daarom over een afstand van ongeveer vier kilometer ‘broederlijk’ naast elkaar met slechts ongeveer veertig meter tussenruimte. ‘Iets dusdanig naast elkander vindt men in Nederland niet,’ mopperde Van de Griendt.
Een tweede opmerkelijk feit is dat de Helenavaart vanaf de Noordervaart eerst gegraven werd in noordwestelijke richting, maar aangekomen op Deurnes gebied een bijna haakse bocht maakt naar het noordoosten. Dit traject was een eis van de gemeente Deurne aan Van de Griendt, omdat zo voorkomen kon worden dat in dit veraf gelegen en bijna onbereikbare deel van de gemeente turf gestolen kon worden door inwoners van de aangrenzende Limburgse dorpen.
Bij de kanaaloevers zijn op veel plaatsen ook vraatsporen van bevers te zien. Tussen 2001 en 2004 zijn er 33 bevers uitgezet in Limburg en sinds ongeveer 2010 bevinden ze zich ook hier in de Helenavaart. Bij de driesprong bevindt zich ook een beverburcht. De ingang daarvan ligt onder water, de burcht zelf in een zandlichaam boven de grondwaterstand. Bevers kunnen zelfs grote boomstammen laten omvallen en doen dat, zodat er dammen ontstaan met daarachter een stabiele hoge waterstand. Hier in het kanaal is dat niet nodig. Ze gebruiken hier de afgevreten bomen en takken als voedsel. Met hun vlijmscherpe tanden (die almaar doorgroeien) kunnen ze kleine boompjes in één keer doorbijten, maar ook dikke bomen weten ze met gemak te vellen.