18. Veengebied ’t Molentje
Tijdens het middendeel van de ijstijd stroomde de Maas nog in het gebied dat nu ’t Molentje heet. De rivier schuurde daarbij een breed en ondiep dal uit dat na de ijstijd opgevuld werd met hoogveen. Kwelwater uit de nabijgelegen hogere Marisberg dat geblokkeerd wordt door de ondoorlatende Peelrandbreuk, zorgde hier voor een moerassige situatie. Dit wordt gedemonstreerd door een (dubbele) grondwatermeter. Verder bevindt zich hier de eerste basaltzuil van de Wegh van Meijel op Seven, waarover een Romein gevlucht zou zijn waarvan later een gouden helm in het veen is aangetroffen.
Veengebied
Het Molentje is een veengebied, dat gevormd is in een oud Maasdal. Midden in de ijstijd (Midden-Pleistoceen) stroomde de Maas nog op de Peelhorst en is daar op het einde van de ijstijd als gevolg van het omhoogkomen van de Peelhorst vanaf gegleden naar haar huidige loop verder naar het oosten in de slenk van Venlo. In de ijstijd was de ondergrond tot op grote diepte bevroren (permafrost) en daarom schuurde de snelstromende Maas een kilometers breed en ondiep dal uit in de hard bevroren ondergrond (permafrost). De oevers van de rivier werden gekenmerkt door een vrij steile terrasrand, die na de ijstijd (in het Holoceen, 10.000 jaar geleden tot heden) als een soort stootbuffer de verspreiding van het hoogveen tegenhield. Veengronden (uit het Holoceen) en grindrijke/ grofzandige gronden uit het Pleistoceen grenzen hier direct aan elkaar. De terrasrand is plaatselijk (onder andere bij de Vuurlinie) nog duidelijk als een steilrandje te herkennen. De veenvorming is in het Holoceen gestopt tegen die verticale terrasranden, die als een soort stootbuffer fungeerden tegen het zich uitbreidende hoogveenmoeras. De veenvorming ter plaatse wordt niet alleen verklaard door de aanwezigheid van dit dal, maar vooral ook doordat hier sprake is van kwel tegen de Peelrandbreuk. In feite vormen ze daarom één groot wijstgebied. Die kwel was (en is) afkomstig van de vier tot vijf meter hoger gelegen Marisberg. Regenwater zakt daar de grond in (inzijging), stroomt over een relatief laag gelegen ondoorlatende laag (Formatie van Breda) naar het westen en komt als kwelwater weer tevoorschijn, doordat het moet opstijgen tegen de ondoorlatende Peelrandbreuk. Dit inzijgingskwelsysteem wordt uitgelegd en zichtbaar gemaakt op een dubbele grondwatermeter (afbeelding 26) met de daarbij behorende informatieborden van de stichting VEEN aan de Molenbaan in Meijel. Het is een dubbele meter, doordat hier zowel de hoogte van het kwelwater (in de diepere lagen) als het grondwater (in de bovenste lagen) zichtbaar wordt gemaakt. Tussen kwel- en grondwater bevindt zich een (vrij dunne) ondoorlatende laag, die waarschijnlijk gevormd is op de bodem van het vroegere Maasdal. Er is hier daarom sprake van een schijngrondwaterstand.
Op de (rand van) de Marisberg zelf bevindt zich een tweede grondwatermeter, die de hoogte van de grondwaterstand in het inzijgingsgebied aangeeft. Deze bevindt zich bij excursiepunt 15 aan de Helenaveenseweg in Grashoek.
Verheven Peel Struinpad met vogelkijkhut en Wegh van Meijel op Seven
In het Molentje is er de mogelijkheid om een wandelpad te gebruiken. Dit is het Verheven Peel struinpad. Dit pad verbindt het laagste deel van het landschap, het Molentje (31,8 meter) met het hoogste deel ervan, de Marisberg (36,4 meter). Op het bosrijke droge stuifzandgebied van de Marisberg zakt water de grond in (inzijging) bloemrijke schraalgraslanden weer naar boven (kwel). Daartussenin liggen de hoogveenrestanten Scherliet en Zinkske, waar plaatselijk nog levend veenmos aanwezig is. Dit inzijgings-kwelsysteem, dat zichtbaar gemaakt wordt door twee grondwatermeters, illustreert in het klein hoe ook het uitgestrekte veenmoeras van de Peel ontstaan is. Dit moeras is de verblijfplaats van veel water- en moerasvogels, die vanuit een vogelkijkhut aan de Blankersplas waar te nemen zijn. De omringende veenweilanden zijn het domein van weidevogels als wulp, kievit en grutto. Ook de historie is tastbaar aanwezig, bijvoorbeeld in de vorm van twee oude verveningskanalen (met veel vraatsporen van bevers), een vliegtuigmonument uit de Tweede Wereldoorlog en basalten zuilen (afbeelding 27) die de beruchte ‘Wegh van Meijl op Seven’ markeren, waarover een Romeinse centurio gevlucht zou zijn en om het leven gebracht; zijn gouden helm is in 1910 bij het turfsteken in het veen gevonden. Maar het bijzonderst is toch dat je bij een deel van het pad dwars door weilanden, bossen en moerasgronden mag struinen. Je voelt je daar letterlijk in ‘the middle of nowhere’, één met de natuur..