12. Afwatering Kabroekse Beek
Deze beek heeft niet, zoals de meeste Nederlandse rivieren, zijn afwatering naar het westen, maar naar het oosten naar de Maas.
De Kabroekse Beek (zie afbeelding) ontspringt in de Horster Driehoek (Mariapeel) en heeft een afwatering in oostelijke richting naar de Maas. Op het eerste oog is dat vreemd, doordat in Nederland sprake is van een westwaartse afhelling van het landschap. Dat hier sprake is van een oostwaartse, wordt verklaard, doordat deze ontspringt op de ongeveer noord-zuid lopende waterscheiding die (deels) door de Mariapeel loopt. Vanaf deze hoger gelegen waterscheiding loopt een aantal beken in westelijke richting naar de Aa (onder andere Soeloop) in de Centrale slenk en andere waaronder de Kabroekse beek in oostelijke richting naar de Maas in de slenk van Venlo.
De Kabroekse Beek is één van de smeltwaterdalen die ontstaan zijn in de ijstijd. Toen op het eind daarvan de bevroren ondergrond begon te smelten, ontstonden er beken vanaf de hoger gelegen Peelhorst in westelijke en oostelijke richting, die dit smeltwater afvoerden. Ze schuurden daarbij een dal uit in de ondergrond. Later vulden de bovenlopen van deze beekjes zich met veen. In het dal van de Kabroekse Beek is dat plaatselijk nog steeds aanwezig en heeft zelfs de grootste dikte van het hele Peelgebied, namelijk ongeveer drie meter.