1. Peelrandbreuk bij Wilbersput en grenspaal
De Wilbersput (oorspronkelijk gegraven in de tijd van missionaris Willibrordus) staat op een langs de Peelrandbreuk omhoog gekomen deel van het landschap (horst). Doordat die breuk ondoorlatend is, wordt het water hier gedwongen om te stijgen. De grenssteen geeft aan dat hier (midden in het Peelmoeras) een belangrijke grens lag, vroeger tussen landen en nu nog tussen de provincies Brabant en Limburg en de dorpen Asten, Deurne en Meijel.
Op de grens van Brabant en Limburg zijn binnen een afstand van enkele honderden meters verscheidene verschijnselen zichtbaar die verband houden met de Peelrandbreuk ter plaatse. Dat is op de eerste plaats de aanwezigheid van de Wilbersput of Willibrordusput (afbeelding links), die hier al vanaf de zevende eeuw aanwezig is en aangelegd is tijdens de kerstening van Nederland door missionaris Willibrordus. De situering van deze put heeft alles te maken met de aanwezigheid van de Peelrandbreuk ter plaatse. Bij deze breuk is sprake van horst en slenkvorming. Een horst is een deel van het landschap dat langs een breuk omhoog is gekomen; een slenk is een gebied dat langs de breuk naar beneden is geschoven. De Peelrandbreuk is ondoorlatend voor het grondwater dat vanaf de hoger gelegen Marisberg (zie nr.16 op de kaart) in westelijke richting stroomt en hier tegen de Peelrandbreuk moet opstijgen, over de breuk heen stroomt en als een soort grondwaterval aan de westzijde van de breuk (in de Centrale Slenk) weer naar beneden duikt.
Om die reden was er dus altijd water op relatief beperkte diepte aanwezig, een ideale plek voor het slaan van deze put. Het water dat hier opstijgt, is ijzerrijk. Dit ijzer heeft het opgenomen uit een bodemlaag die hier op tien tot twintig meter diepte ligt, de zogenaamde Formatie van Breda, die in het Mioceen (23 tot 5 miljoen jaar geleden) is afgezet op de toenmalige kustlijn. Als dit ijzerrijke water opstijgt tegen de Peelrandbreuk, komt het in contact met zuurstof, waarbij het ijzer oxideert en een roestbruine kleur krijgt, die hier in de sloten zichtbaar wordt. De als gevolg van oxidatie afgezette ijzerbanken vormen mede de oorzaak van het ondoorlatend worden van de Peelrandbreuk.
Grenspaal
Bij de put staat ook een grenssteen (afbeelding rechts), die in de zeventiende eeuw de grens markeerde tussen de Oostenrijkse en Spaanse Nederlanden, tegenwoordig de grens vormt tussen de provincies Brabant en Limburg, én het grenspunt tussen de dorpen Deurne, Asten en Meijel. Grenzen bevinden zich vaak op geologisch markante punten, zoals een bergkam. Hier werd die grenspositie bepaald door de aanwezigheid van het vrijwel onbegaanbare Peelmoeras, dat in die tijd twintig keer zo groot was als tegenwoordig, namelijk zo’n 160.000 hectare.