17. Belgenhoek
De naam Belgenhoek is mogelijk ontleend aan Belgische turfstekers of Belgische vluchtelingen in de Eerste Wereldoorlog. Er ligt hier een klein Peelrestantje (de Scherliet) en een door de stichting VEEN beheerd bloemrijk grasland. Dit beheer bestaat onder andere uit vernatting (door het afdammen van de sloten) en verschraling (door jaarlijks te hooien). Via dit perceel is ook een vrij toegankelijk voedselbos van deze stichting (te voet) bereikbaar.
De oorsprong van de naam Belgenhoek is niet helemaal zeker. Mogelijk is de naam ontleend aan het gegeven dat hier tijdens de Eerste Wereldoorlog Belgische vluchtelingen gehuisvest waren (Nederland was neutraal en dus een veilig toevluchtoord). Een andere verklaring is dat de naam afkomstig is van het feit dat in de Peel ook veel Belgische arbeidskrachten werden gerekruteerd voor de turfwinning.
Mogelijk is de naam ook afkomstig van het feit dat een Belgische leenheer hier vroeger over bezittingen beschikte. De weg in dit gebied heeft de naam ‘Kwakvors’, in het plaatselijk dialect de naam voor kikker (kikvors). De naam duidt erop dat het hier eertijds een nat gebied was met een veenondergrond. Dwars daar doorheen liep een hogere zandrug, die een onderdeel vormde van de Wegh van Meijl op Seven (zie punt 18). Dicht bij die zandweg zijn verscheidene archeologische vondsten aangetroffen, onder andere een maliënkolder (een met ijzer doorregen beschermend vest als bescherming tegen zwaardslagen) en een ringkraag (ijzeren halskraag).
Scherliet
Op de Belgenhoek ligt een klein Peelrestantje. Dat is de Scherliet met een oppervlakte van ongeveer vijf hectare. Daar zijn nog sporen aanwezig van de oudste turfwinning. Dat waren boerenkuilen, veenputten die in één dag gegraven werden. Later vond grootschalige vervening plaats door maatschappijen en werd de turf onder andere door het nabijgelegen kanaal (Helenavaart) afgevoerd. In de veenputten bevinden zich nog enkele soorten hoogveenplanten, waaronder veenmos (zie bovenste afbeelding). Vanwege de kwetsbaarheid ervan is betreden van het gebied niet toegestaan. De herkomst van de naam Scherliet is onduidelijk. De naam komt mogelijk van ‘scherlei’ (of ‘scharlei’), een kruidachtige plant. Misschien is er een verband met de naam ‘Schoordijk’, die hier op oude kaarten voorkomt. In het dialect wordt dat dan ‘schoordiek’, een hoger deel van het landschap om een laag en nat deel over te kunnen steken. Het perceel tegenover de Scherliet was oorspronkelijk landbouwgebied, maar is eind vorige eeuw door Staatsbosbeheer aangekocht voor natuurontwikkeling. Het landschap wordt opengehouden door begrazing met Limousin runderen, die kunnen drinken in de plas die hier gegraven is.
3V-beheer stichting VEEN
Op de Belgenhoek ligt ook een zeven hectare groot perceel dat eigendom is van Stichting VEEN. Dat is een natuurbeschermingsorganisatie die gronden verwerft voor natuurontwikkeling, natuurrecreatie en natuureducatie. Het perceel bestaat deels uit een bloemrijk schraalgras-land en deels uit een voedselbos. De door stichting VEEN te verwerven gronden zijn laag gelegen, natte percelen met (meestal) een venige ondergrond. Ze liggen allemaal in de flanken van de Verheven Peel, dus dicht bij, of direct grenzend aan de veenmoerassen van de Verheven Peel. Het beheren van de gronden wordt samengevat in de term ‘3V-beheer’: vernatting, verschraling en verruiging en wordt hieronder nader toegelicht.
Na het verwerven van gronden worden eerst de nodige inrichtingsmaatregelen uitgevoerd. Die zijn nodig voor het creëren van de abiotische randvoorwaarden vochtigheid, voedselarmoede en openheid, die nodig zijn voor hoogveen (achtige) natuur. De belangrijkste abiotische randvoorwaarde is de hydrologie. Door de waterstand in de flanken van de Verheven Peel te verhogen, ontstaat een tegendruk voor de grondwaterstand in het natuurgebied zelf. Daardoor is het mogelijk een hoge en stabiele grondwaterstand in de natuurgebieden te verwezenlijken, wat een noodzakelijke voorwaarde is voor het herstel c.q. verdere ontwikkeling van de hoogveenvorming (hoogveenregeneratie). Op alle percelen wordt ernaar gestreefd de waterstand zo hoog mogelijk op te zetten. Daartoe worden de op de percelen aanwezige sloten verondiept en/of afgedamd. Boven in die dam worden buizen gelegd, waardoor de overtollige voedingsstoffen worden afgevoerd, zodat de noodzakelijke verschraling kan worden bereikt.
Het uitgangspunt van het beheer is het streven naar open, natte en voedselarme schraalgraslanden. Daarbij ligt de nadruk op een floristisch beheer. De flanken van de Verheven Peel vormen nu al plaatselijk soortenrijke graslanden. Door het voeren van een verschralingsbeheer is het mogelijk dat de voedselrijkdom wordt verminderd en daardoor de soortenrijkdom wordt vergroot en er bloemrijke, half natuurlijke (blauw) graslanden ontstaan. Bij dit beheer is het nodig dat jaarlijks wordt gehooid en dat het hooi wordt afgevoerd. In beginsel wordt geprobeerd jaarlijks tweemaal te hooien en het maaisel af te voeren. Als dat vanwege de te geringe draagkracht van de bodem door de hogere grondwaterstand in het najaar niet mogelijk is, zal na het hooien nabegrazing met grote of kleine grazers (runderen, paarden of schapen) worden toegepast. Zowel bij het hooien als bij het (eventuele) nabegrazen wordt ernaar gestreefd om naburige agrariërs in te schakelen, omdat daarmee het draagvlak voor de activiteiten van de stichting VEEN in de streek wordt vergroot.
Daarnaast wordt op deze percelen ook rekening gehouden met de fauna door langs de perceelranden een ruigtestrook van ongeveer vijf tot tien meter breed te handhaven. Die is geschikt als broeden schuilmogelijkheid voor vogels en kleine zoogdieren. De ruigtestrook zal om de vijf tot tien jaar jaar ontdaan worden van houtige opslag. Op deze wijze ontstaan er geleidelijke allerlei gradiënten: van voedselrijk naar voedselarm, van gesloten naar open, van natter naar droger. Binnen de ecologie staan gradiënten bekend om hun soortenrijkdom.
Voedselbos stichting VEEN
Op dit perceel bevindt zich ook een voedselbos dat aangeplant is (en wordt) door stichting VEEN (zie onderste afbeelding). Aanvankelijk werd hier een hectare bos aangeplant als compensatie voor een stuk bos dat elders in de gemeente Peel&Maas verloren ging. In 2018 nam Miriam Willems uit Meijel, bestuurslid van stichting VEEN, het initiatief om (een deel van) dit bos langzaam te gaan omvormen tot een voedselbos. Een voedselbos wordt gedefinieerd als ‘een vitaal ecosysteem dat door mensen is ontworpen naar het voorbeeld van een natuurlijk bos, met het doel voedsel te produceren’. Onderscheidende kenmerken van een voedselbos zijn: een vegetatielaag met hoge kruinbomen, minimaal drie andere vegetatielagen, een rijk bosbodemleven en een robuuste omvang (minimaal vijfduizend vierkante meter). Een voedselbos herbergt een zeer diverse biodiversiteit. Als de verschillende ecologische principes goed zijn toegepast, dan zal een voedselbos zichzelf op den duur in evenwicht kunnen houden, zonder menselijk ingrijpen. Net zoals in een ‘normaal’ bos, waar de natuur ook floreert zonder menselijk ingrijpen. De planten zijn allemaal meerjarig, ze worden ieder jaar groter en de oogst zal dus ook jaar na jaar toenemen. Het ecologisch evenwicht van het voedselbos zorgt ervoor dat er voedsel geproduceerd kan worden zonder het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest en ook zonder veelvuldig de bodem te bewerken en te snoeien. Met de natuur meebewegen in plaats van ertegen ingaan.
In Voedselbos Struinpad is een grote diversiteit aan voedsel dragende planten aangeplant. Er staan onder andere lindes, diverse oude rassen appelbomen, frambozen, zwarte en rode bessen, kweeperen, hazel- en walnoten, bottelrozen en tamme kastanjes. Het voedselbos is te voet bereikbaar door het perceel via een valpoortje te betreden en via het gemaaide pad het bord ‘Voedselbos’ te volgen. Komend vanaf het voedselbos passeert u twee bruggetjes, die hier vlak bij elkaar liggen. Het eerste gaat over het Kanaal van Deurne; het tweede over de Helenavaart die hier over een afstand van ongeveer vier kilometer parallel aan elkaar lopen met een tussenliggende afstand van slechts enkele tientallen meters.